- Nachrichten
- Lösungen
- Technologie
- Lebensmittelsicherheit
- Nachhaltigkeit
- Ausbildung
- Gesetzgebung
- Veranstaltungen
Om rendabel te blijven produceren zullen productielijnen daarom flexibel moeten worden. In de praktijk zullen productie-eenheden met elkaar moeten leren communiceren op een gestandaardiseerde manier. Module Type Package is de standaard die het concept van modulaire automatisering in de voedings-industrie vorm geeft. Siemens ziet hierin het antwoord om tot een plug & produce fabriek te komen die snel kan schakelen tussen producten.
Text Valérie Couplez | Bild Siemens
Module Type Package (MTP), u hoort het misschien donderen in Keulen, maar dit concept begint meer en meer zijn intrede te doen in de procesindustrie en dus ook bij food & beverage bedrijven. Het is een standaard die ontworpen is in de schoot van Namur, de gebruikersvereniging voor automatiseringstechnologie in de procesindustrie. De MTP standaard heeft één duidelijk doel voor ogen: modulariteit mogelijk maken. Sales manager Process Industries bij Siemens Kris Van Heurck legt uit waarom dit belangrijk is. “Installaties om levensmiddelen te produceren zijn vandaag fysiek verbonden. Ze zijn vast gelast aan elkaar en vaak verankerd aan het gebouw, waardoor het onmogelijk is om zonder de nodige engineering een stap toe te voegen aan het proces. De software waar deze machines gebruik van maken zorgt evenmin voor flexibiliteit. Ze is merkgebonden en weinig open, zodat het moeilijk is om data eruit te halen. Het derde obstakel dat snel schakelen tussen productbatches in de weg staat, is dat het recept en de engineering zeer nauw verweven zijn. Wijzigingen aan een van beide hebben dan ook een grote impact.”
Om hier komaf mee te maken zal elke machine afzonderlijk op een gestandaardiseerde manier met andere productie-eenheden en bovenliggende systemen moeten leren praten. In functie van het product kunnen dan telkens de juiste machines gecombineerd worden. “De MTP standaard is het antwoord op deze uitdagingen. Ze beschrijft exact wat elke module is en welke diensten die kan leveren. Een productielijn zal telkens in functie van het product opgebouwd worden uit verschillende modules. Modules waartussen snel geschakeld kan worden, zodat de flexibiliteit ontstaat die nodig is om rendabel te blijven produceren met kleinere productbatches. De fysieke laag bestaat uit een MTP interface die voor de verbinding tussen de productie-eenheden zorgt. Het is dan vooral de software die alle productiestappen flexibel aan elkaar linkt en automatiseert. In tegenstelling tot DCS systemen wordt er gewerkt met een ‘orchestrator’, een regisseur die alle modules weet te integreren”, aldus Van Heurck.
Siemens schuift hiervoor zijn TIA Portal en PCS neo naar voren. “Voor de ingenieur is het kinderspel om deze extra stap toe te voegen. Het enige wat hij moet doen, is de automatiseringsinterface van elke afzonderlijke module als MTP package voorzien en aanbieden aan de orchestrator. In dit geval PCS neo. TIA Portal is reeds voorzien van een bibliotheek met verschillende MTP types, omdat we erin geloven dat dit de toekomst zal zijn. Er komt eigenlijk zero engineering aan te pas, alles wordt plug & produce”, vertelt Van Heurck enthousiast. Eenmaal alle modules en metingen individueel geconfigureerd zijn, kunnen ze eerst volledig virtueel doorgetest worden met simulatiesoftware. Zo kan u al zien of alles correct werkt. Is dat het geval dan kan alles via OPC-UA op een veilige en betrouwbare manier naar de orchestrator gecommuniceerd worden. “Die bundelt alles, test de automatisering en linken, voorziet de communicatie en exporteert het geheel in een MTP formaat, zodat het in de fysieke wereld kan worden toegepast. Daar hoeft u dan -enkel de fysieke MTP interface vast te schroeven om aan de slag te kunnen.”
Deze manier van werken maakt het eenvoudig om extra stappen tussen te voegen. Van Heurck: “Bij de ontwikkeling van een nieuw product, kan men bijvoorbeeld zien of een extra filtratiestap de verhoopte kwaliteit op-levert. Of beter inspelen op seizoensgebonden trends. Of op onverwachte omstandigheden. Tijdens de eerste lockdown gingen brouwerijen bijvoorbeeld tijdelijk alcoholgels produceren om te voldoen aan de hoge nood. Met MTP wordt dit een koud kunstje.” Het is nu aan machinebouwers en eindgebruikers om deze standaard met open armen te ontvangen. In de farmaceutische industrie staat men er al verder in. Daar wordt er bijvoorbeeld met ‘ballroom’ concepten gewerkt. “De apparatuur voor een specifiek product wordt naar binnengereden en weer weggehaald om plaats te ruimen voor andere, als de batch ten einde is. Dit zal ook naar de voedings-industrie komen, van zodra er meer apparatuur voorzien op de MTP standaard op de markt komt. In bestaande productieomgevingen zal dit uiteraard minder evident zijn, maar er kunnen wel al stappen gezet worden door alle machines te leren praten met bovenliggende systemen. Dat is al een belangrijke stap richting modulariteit en dus flexibiliteit”, besluit Van Heurck.