Om logische redenen moeten reinigings- en smeermiddelen voor toepassing in de voedingsmiddelenindustrie aan speciale eisen voldoen. Dit om contaminatie van producten te voorkomen en om de kwaliteit te garanderen. Om te weten welke middelen geschikt zijn voor gebruik in verschillende situaties, is de HACCP ontwikkeld en zijn reinigings- en smeermiddelen ingedeeld in categorieën.
HACCP is een systeem waarmee bedrijven die met voedingsmiddelen werken, systematisch kunnen nagaan wat er in elke fase van de productie fout kan gaan. De afkorting HACCP geeft eigenlijk precies aan waar het om gaat. HA staat voor Hazards: de gevaren die relevant zijn binnen de voedingsmiddelenindustrie en betreffen zowel microbiologische, chemische als fysische gevaren. CCP zijn de Critical Control Points, ofwel: de punten in het proces die onder controle moeten worden gehouden. Alle voedselverwerkende bedrijven zijn volgens de Europese wetgeving verplicht om een HACCP-plan op te stellen waarin deze risico’s en maatregelen staan beschreven. De risico’s worden bepaald via een analyse en vormen de basis voor het opstellen van maatregelen.
Niet elk deel van de productieomgeving loopt evenveel gevaar, als het om besmetting gaat. De benodigde maatregelen kunnen dus ook verschillen, waarvoor een zogenaamde zone-indeling is ontwikkeld. Het gaat hier om de primaire zone (meest kritisch), secundaire zone, splash zone en non-food zone. Op de betreffende producten – ook wel ‘foodgrade’ producten – staat aangegeven voor welke zones ze gebruikt mogen worden.
Producenten van reinigings- en smeermiddelen moeten op de verpakking van hun product aangeven voor welke zone een bepaald product geschikt is. Hiervoor ontwikkelde NSF (National Standard Foundation) verschillende categorieën. Voor reinigingsmiddelen geldt dat alle A-categorieën (van 1 t/m 8) niet zijn toegestaan tijdens de productie maar alleen búiten productietijden. Het gaat dan bijvoorbeeld om middelen voor algemene reiniging, vloer- en wandreinigers, ontvetters en metaalpoetsmiddelen. H1-gecertificeerde producten mogen wél tijdens de productie worden gebruikt. Dit zijn reinigers die ook (kortstondig) smerende eigenschappen hebben. Alle producten in de C-categorie (1 t/m 3) zijn verboden in de proceszones en vaak bedoeld voor het verwijderen van verf of het reinigen van het toilet.
Smeermiddelen kennen drie categorieën: H1, H2 en 3H. In alle drie de categorieën bevinden zich smeermiddelen die zijn toegestaan tijdens de productie. H1 staat voor: ‘Algemene smering met mogelijk incidenteel voedselcontact (maximaal 10 ppm)’. Deze producten mogen uitsluitend hele specifieke basisstoffen, additieven en verdikkingsmiddelen bevatten zoals gespecificeerd in de FDA-voorschriften in 21 CFR 178.3750. Zo moeten ze voldoen aan de NSF additieven (HX-1) vereisten en daarnaast smaak-, geur- en kleurloos zijn. Naast de samenstelling en eigenschappen moet ook de etikettering aan strenge eisen voldoen. Zo mag de informatie niet misleiden, moet het etiket de juiste gebruiksaanwijzing bevatten en moet het product hiermee traceerbaar zijn naar de fabrikant. Tevens moet de gebruiker hier het NSF-registratieteken, de H1-categoriecode en een uniek productregistratienummer kunnen vinden.
H2 smeermiddelen voor algemene smering zijn alleen toegestaan in situaties waar geen mogelijkheid is om voedsel, drank of medicijnen te verontreinigen. Ook niet incidenteel. Dit geldt bijvoorbeeld voor de olie in een heftruck. De middelen mogen bovendien geen kankerverwekkende, mutagene, teratogene stoffen, minerale zuren of opzettelijk zware metalen zoals antimoon, arseen, cadmium, lood, kwik of selenium bevatten.
De H3 smeermiddelen bestaan tot slot uit eetbare oliën zoals maïs, katoenzaad, soja of minerale oliën en worden over het algemeen ingezet om bijvoorbeeld roest op haken en karretjes te voorkomen. Deze middelen mogen – net als H1 – incidenteel met voedsel in contact komen maar hier met maximaal 100 ppm.
Over het algemeen geldt dat bij twijfel het beste te kiezen is voor een H1 smeermiddel. Nog beter is het om de twijfel weg te nemen door onderzoek te laten uitvoeren door specialisten en op basis daarvan een zekere keuze te maken en problemen te voorkomen.