Tagarchief: Fevia

Extra hefbomen nodig voor duurzaam voedingssysteem

Afbeelding1
Lees het gehele artikel

De voedingsbedrijven in ons land trekken aan de alarmbel. De explosie aan kosten – op vlak van energie, grondstoffen, lonen, transport en verpakking – doet bij heel wat ondernemingen de nodige knipperlichten branden. De buitensporige macht van de supermarktketens zorgt ervoor dat deze kosten nauwelijks billijk doorgerekend kunnen worden. Bart Buysse, CEO van Fevia, pleit voor eerlijke(re) handelsrelaties en extra hefbomen voor een betere bescherming van Belgische voedingsbedrijven.

37.000 landbouwers en 7.500 voedings­bedrijven die via dertien grootwarenhuisketens – verenigd in vijf aankoopcentrales – hun producten aan de man brengen bij 5 miljoen gezinnen, goed voor 11 miljoen consumenten. Zo ziet de toeleveringsketen voor voedingsproducten er vandaag uit in ons land. “Dit zandlopermodel zorgt ervoor dat grootwarenhuizen een enorme machtspositie innemen bij prijsonderhandelingen”, geeft Buysse aan. “Die situatie is sowieso al niet bevorderlijk voor eerlijke handelsrelaties, maar zeker vandaag zien we de gevolgen voor onze voedingsbedrijven. Onze sector bestaat vooral uit kmo’s, die een beperkte onderhandelingsmacht hebben. Maar ook onze grotere bedrijven ontsnappen niet aan de druk van de supermarkten en kunnen maar met heel veel moeite een deel van hun kosten doorrekenen. Vanuit Fevia vragen we de retailers niet blind te zijn voor de economische realiteit en hun prijsverhogingen door te rekenen in de prijzen die ze betalen aan de voedingsbedrijven.”

Weerbare sector onder druk

Na de coronapandemie herpakten de Belgische voedingsbedrijven zich in sneltreinvaart. En daar is Buysse erg trots op: “In 2021 legden onze bedrijven mooie groeicijfers voor. Met een omzet van 61,4 miljard euro, 1,9 miljard investeringen, 30 miljard euro export en 98.000 jobs bewezen de bedrijven hoe weerbaar ze zijn in tijden van crisis. Toch is er één element waarover we ons zorgen blijven maken, en dat is de rendabiliteit. Die winstgevendheid is gedaald tot een historisch dieptepunt van 2,8%. Als onze sector de sterk gestegen kosten niet op een billijke manier kan doorrekenen, zal die winstgevendheid nog verder klappen krijgen. Recent liet Fevia een studie uitvoeren door het onderzoeksbureau Graydon. Hieruit blijkt dat 87% van de Belgische voedingsbedrijven gezonde financiële cijfers kon voorleggen voor de coronapandemie toesloeg. Vandaag zien we dat bij 65% diverse knipperlichten gaan branden, en dat 4 op 10 ondernemingen niet meer schokbestendig zijn. De minste economische schok tijdens de komende maanden kan hen nefast worden.”

Kostenexplosie

Een van de boosdoeners in dit verhaal zijn uiteraard de exploderende kosten waarmee bedrijven al enkele jaren geconfronteerd worden. “Al tijdens de pandemie werden Belgische agro- en voedingsbedrijven geconfronteerd met grondstoftekorten, en bijgevolg stijgende kosten”, bevestigt Buysse. “Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne steeg de prijs van tarwe bijvoorbeeld met meer dan 50%. Sommige van onze bedrijven zien het bedrag op hun energiefactuur verzesvoudigd! En door de stijgende indexcijfers worden werkgevers ook geconfronteerd met hogere loonkosten voor hun personeel. Als deze kostenstijgingen niet doorgerekend kunnen worden, dreigen heel wat bedrijven in de problemen te komen, met zelfs een productievermindering of -stopzetting en tijdelijke werkloosheid tot gevolg. En daar wordt niemand beter van …”

Extra steunmaatregelen

Buysse betreurt dat grote supermarktketens het been stijfhouden als onze bedrijven de nochtans onvermijdelijke prijsstijgingen als gespreksonderwerp aansnijden. “Vanuit Fevia vragen we hen niet blind te zijn voor de economische realiteit en hun prijsverhogingen door te rekenen in de prijzen die ze betalen aan de voedingsbedrijven. Betaalbare voeding moet hand in hand gaan met een leefbaar economisch kader voor alle schakels in de voedingsketen. Eerlijke handels­relaties zijn en blijven het fundament voor een duurzaam voedingssysteem. Daarom pleit ik voor bijkomende hefbomen die onze agro- en voedingsbedrijven maximaal beschermen: via overleg indien mogelijk, wettelijk indien nodig.”

“We ijveren vanuit Fevia al een hele tijd bij onze beleidsmakers voor extra steun voor onze bedrijven. Die is er intussen gekomen, zowel vanuit de regionale regeringen als vanuit de federale regering. De kwijtschelding van de RSZ-bijdragen voor werkgevers op de loonindexering voor de eerste twee kwartalen 2023 en het uitstel voor de twee laatste kwartalen 2023 zijn zeker een stap in de goede richting. Maar de vraag is als die maatregelen voldoende zullen zijn.” 

“Bovendien dreigt de regering met de aankondigde bijkomende taksen op verpakkingen en voedingsproducten die diezelfde voedingsbedrijven opnieuw minder concurrentieel te maken. De fiscale lasagne waarvoor Fevia al lang waarschuwt, dreigt zo enkel maar groter te worden en fenomenen zoals grensaankopen verder in de hand te werken. Het is belangrijk dat we samen met de regeringen bekijken hoe we de concurrentiepositie van onze bedrijven niet verder in gevaar brengen!”   

Belgische zuivelindustrie vermindert toegevoegde suikers met 15%

yoghurt_edited
Lees het gehele artikel

De Belgische zuivelverwerkende bedrijven reduceerden het gehalte toegevoegde suikers in hun producten tussen 2012 en 2021 met maar liefst 15%. De leden van BCZ, de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie, haalden de doelstellingen van het Convenant Evenwichtige Voeding (2012-2020) ruimschoots, met een reductie van 12% in plaats van de vooropgestelde 8%. In 2021 zetten ze de inspanningen verder, waardoor de totale reductie opliep tot 15%. 

“Onze bedrijven investeerden fors in productoptimalisatie en innovatie. Dankzij hun inspanningen kunnen we mooie cijfers voorleggen. Maar de reductie van 15% toegevoegde suikers is voor ons geen eindpunt. We blijven zoeken naar manieren om de nutritionele waarde van de zuivelproducten nog verder te verbeteren”, aldus Lien Callewaert, Deputy Director bij BCZ.

Doelstelling ruimschoots gehaald

Meer dan de helft van het volledige zuivelgamma bevat helemaal geen toegevoegde suikers.  Toch zette de zuivelindustrie zichzelf tussen 2012 en 2020 een reductiedoelstelling van 8% in toegevoegde suikers voorop binnen het Convenant Evenwichtige Voeding. Die vrijwillige overeenkomst werd destijds afgesloten tussen de toenmalige minister van Volksgezondheid Maggie De Block, Fevia en Comeos om samen de gezondere keuze gemakkelijker te maken voor de consument. Deze doelstelling werd ruimschoots behaald in 2020 met een reductie van 12%. 

Maar de zuivelverwerkers bewezen het afgelopen jaar dat ook zonder formeel engagement er grote stappen gezet worden, met als resultaat een totale vermindering van toegevoegde suikers van 15% (2012-2021). Daarnaast moet benadrukt worden dat het grootste deel van het betrokken gamma gewoonweg geen toegevoegde suikers bevat (GFK, 2021)*.  

Nóg gezonder door innovatie en optimalisatie

BCZ en haar leden namen duidelijk het voortouw om de gezonde keuzere voor de consument nog gemakkelijker te maken. Enerzijds pasten zuivelbedrijven -waar mogelijk- bestaande recepturen stapsgewijs aan.

Zo werden zowel het volledige gamma van Danone’s Danio als de Pur Natur yoghurt granaatappel geherformuleerd, goed voor een daling van ongeveer 18% qua toegevoegde suikers. 

Anderzijds werden nieuwe, innovatieve technieken, zoals lactose-splitsing, ingezet om een gelijkaardig smaakprofiel te bekomen met minder of zelfs geen toegevoegde suikers. Door de toevoeging van het enzym lactase, wordt de lactose, die van nature aanwezig is in melk, gesplitst tot glucose en galactose. Zo bekom je van nature een hogere zoetkracht, zonder het toevoegen van suiker of zoetstoffen.

Zowel de lactosevrije Cécémel als de Bambix melkdrankjes zijn hier mooie voorbeelden van.

Tenslotte zetten zuivelbedrijven ook bijkomend actief in op de uitbreiding van gamma’s van producten zonder toegevoegde suikers, zoals het Activia-gamma ‘zonder toegevoegde suikers’ van Danone en de nieuwe natuuryoghurt van Inex.

Geen eindpunt

Het behalen van deze sterke reductie was niet eenvoudig. Het verminderen van het gehalte toegevoegde suikers dient stapsgewijs te gebeuren, zodat consumenten kunnen wennen aan de minder zoete smaak. Zo wordt vermeden dat de consument het product links laat liggen door de smaakverandering. Meermaals dienden zuivelbedrijven hun plannen bij te sturen of nieuwe pistes uit te denken, om de vooropgestelde doelstelling te behalen zonder de consument te verliezen. 

*Inschatting op basis van GFK-cijfers (volume per capita) voor categorieën melkdranken, yoghurt en desserten

Brouwerij Caulier verdrievoudigt haar productiecapaciteit

bc-prod-cuves-13
Lees het gehele artikel

In de stad Péruwelz brouwt de familie Caulier al 25 jaar met veel liefde kwalitatieve bieren zoals Paix Dieu, Bon Secours en STUUT. De familiebrouwerij breidt nu uit en wil haar productiecapaciteit verdrievoudigen tegen 2025. Een grote stap vooruit voor de Henegouwse brouwerij, zowel wat betreft haar productie als haar inzet voor de samenleving en het milieu.

In de stad Péruwelz brouwt de familie Caulier al 25 jaar met veel liefde kwalitatieve bieren zoals Paix Dieu, Bon Secours en STUUT. De familiebrouwerij breidt nu uit en wil haar productiecapaciteit verdrievoudigen tegen 2025. Een grote stap vooruit voor de Henegouwse brouwerij, zowel wat betreft haar productie als haar inzet voor de samenleving en het milieu.

Brouwerij Caulier vierde recent, in volle crisistijd, haar 25-jarig bestaan. Vandaag kijkt de brouwerij vooruit naar de volgende 25 jaar met een investering om haar productiecapaciteit te verdrievoudigen. “Onze bieren worden steeds meer geliefd bij de consument. Dat zien we aan de aanzienlijke groei die wij de laatste jaren hebben gekend. We blijven momenten van plezier creëren door te doen waar we van houden: bier brouwen met karakter. Deze belangrijke investering, goed voor 15 miljoen euro tussen 2021 en 2025, helpt ons om te groeien met behoud van onze onafhankelijkheid, identiteit en traditionele productieprocessen”, aldus CEO Vincent Caulier.

Nog steeds even traditioneel

De uitbreiding richt zich op elk van de vier hoofdprocessen van de bierproductie: brouwen, gisting, bottelen en fermentatie. “Er is een nieuw fermentatiegebouw in de maak, goed voor 8 fermentoren van 480 hectoliter. Zo kunnen we de productie opdrijven en krijgt de gist zoveel mogelijk tijd om op een volledig natuurlijke manier kwaliteitswerk te leveren”, legt Elisabeth uit, projectleider voor de brouwerij.

Verder installeert de brouwerij de komende weken een nieuwe bottelinstallatie met een capaciteit van 20.000 flessen per uur en bouwt ze meer dan 2.000 m² gistingskamers. Elisabeth voegt hieraan toe: “Ondanks de uitbreiding van de brouwerij, blijven we waken over onze traditionele en natuurlijke brouwmethode en de gistingskamers. Twee elementen die essentieel zijn voor het maken van kwaliteitsbier.”

Inzetten op verduurzaming

Met deze uitbreiding engageert de brouwerij zich op ook sociaal vlak. Zo wil de brouwerij tegen 2025 25 nieuwe werknemers aanwerven. Het bedrijf wil ook de lokale verankering in de kijker zetten door haar vestiging in Péruwelz te behouden en tegelijk plaatselijk toerisme aan te trekken naar de stad.

De toevoeging van een nieuwe brouwerijzaal, die drie keer groter is dan de huidige brouwerij, zal de ecologische voetafdruk aanzienlijk verkleinen zonder dat de kwaliteit van de bieren wijzigt.

“We geven om het milieu en streven ernaar om tegen 2025 koolstofneutraal te zijn. Dat doen we door onze CO2-uitstoot te verminderen, fotovoltaïsche panelen te installeren, maar ook door ons waterverbruik te verminderen”, besluit Guillaume, Quality & CSR Manager.

Coca-Cola België ondersteunt jong, vrouwelijk talent in hun weg naar de top

coca-cola_belgie_ondersteunt_jong_vrouwelijk_talent_in_hun_weg_naar_de_top_
Lees het gehele artikel

Wat is er belangrijker dan je goed voelen op je werk? Coca-Cola hecht veel belang aan gelijkheid, diversiteit en inclusiviteit. In samenwerking met ‘A Seat At The Table’, een organisatie die inzet op mentor- en leiderschapsprogramma’s, inspireren en ondersteunen ze jong, divers talent om hogerop te raken. Coca-Cola geeft daarbij het goede voorbeeld: ze wil dat tegen 2025 40% van haar managementfuncties in België en Luxemburg ingevuld worden door vrouwen.

A seat at the table

“If they don’t give you a seat at the table, bring a folding chair.” Dat zijn de gevleugelde woorden van Shirley Chisholm, de eerste Afro-Amerikaanse vrouw in het Amerikaanse Congres in 1968. Zij belichaamt de missie van A Seat At The Table: deuren openen voor jong en divers talent. 

A Seat At The Table (ASATT) voorziet mentoring- en leadershipprogramma’s die jongeren in contact brengt met professionals. Onder begeleiding van bekende ambassadeurs en inspirerende figuren uit de bedrijfswereld willen de initiatiefnemers de jongeren inspireren en hen helpen om door te groeien naar het bedrijfsleven. Bovendien biedt de organisatie hun de kans om hun soft skills en beroepsvaardigheden aan te scherpen. 

Future Women Leaders Fellowship 

“Het Future Women Leaders Fellowship programma richt zich specifiek op jonge, ambitieuze vrouwen die, ongeacht afkomst, taal of cultuur, een impact op de bedrijfswereld willen maken. Wij willen beloftevolle jongeren meer kansen bieden om vooruit te komen in hun carrière.

De beste manier om dat te realiseren? Jong talent betrekken in masterclasses en keynotes van inspirerende sprekers binnen de bedrijfswereld.

Daarbovenop worden ze een jaar lang gekoppeld aan mentors die hun kennis en expertise delen”, vertelt Mariam Harutyunyan, Executive Director van ASATT.

Coca-Cola België ondersteunt jong, vrouwelijk talent in hun weg naar de top

Met de eerste editie van het Future Women Leaders Fellowship, dat eind mei werd gelanceerd met financiële steun van The Coca-Cola Foundation, bieden ASATT en Coca-Cola 35 jonge vrouwen van diverse achtergrond gedurende een jaar lang de kans om hun leiderschapskwaliteiten verder te ontwikkelen.

35 fellows en mentors 

Tijdens de kick-off hadden fellows en mentors de kans elkaar in levenden lijve te ontmoeten en ondertussen zitten de eerste sessies en mentor meet-ups er al op. “Met deze initiatieven kunnen de 35 vrouwen van het Fellowship hun netwerk uitbreiden, hun vaardigheden ontwikkelen en in dialoog gaan met succesvolle rolmodellen. Zo geven ze hun carrière een boost”, weet Mariam.
35 senior mentors van Coca Cola Services en Coca Cola Europacific Partners (CCEP) in België nemen de deelneemsters de komende maanden op sleeptouw.

An Vermeulen, VP & Country Director België-Luxemburg bij CCEP, staat volledig achter het Future Women Leaders Fellowship, dat eind mei uit de startblokken schoot: “Iedereen is welkom bij Coca-Cola. En iedereen moet zichzelf kunnen zijn, gewaardeerd worden en zich goed voelen. Diversiteit en inclusie zijn belangrijke thema’s voor Coca-Cola. Daarom investeren we graag in de toekomst van jong, beloftevol talent met uiteenlopende achtergronden.”

Hoe Vandemoortele haar Food Heroes centraal plaatst

factory_dashboard_6
Lees het gehele artikel

Voedingsgroep Vandemoortele maakt dagelijks heerlijke bakkerijproducten, margarines, sauzen en zoveel meer. Maar uiteraard niet zonder de hulp van haar vele Food Heroes, die ze daarom zo hard koestert. Het familiebedrijf zet via meerdere programma’s in op een veilige en aangename werkplek en op het welzijn van haar medewerkers. 

Jean Vandemoortele, voorzitter van de Raad van Bestuur: “Ik ben enorm trots op de manier waarop de arbeidsveiligheid de laatste jaren is verbeterd. We hebben het aantal, en vooral de ernst van de ongevallen, substantieel verminderd. En dat met een verhoging van het aantal tijdelijke werknemers. Dat is te danken aan de robuuste veiligheidsstrategieën en -procedures die we hebben ingevoerd.”

I care, U2?

In 2015 lanceerde Vandemoortele het veiligheidsprogramma ‘I CARE, U2?’. De nadruk ligt daarbij op basisveiligheidsregels, veiligheidsinstrumenten en soft skills-training. In 2021 zette de producent grote stappen voorwaarts in hun aanpak van algemene veiligheid. Ze organiseren veiligheidsdagen en trainingen over specifieke veiligheidsonderwerpen en het veilige gedrag dat verwacht wordt in specifieke situaties. De belangrijkste focus is om alle medewerkers aan te moedigen na te denken over veiligheid voordat ze handelen.

Dankzij veiligheidsinstrumenten zoals observatierondes en oorzakenanalyses slaagt de Factory of The Future-winnaar erin om risico’s te vermijden en de veiligheid op de werkvloer te beheersen. Jaarlijks analyseert het bedrijf hoeveel arbeidsongevallen er plaatsvonden en hoe ernstig ze waren. In 2020 bereikte Vandemoortele een mijlpaal van 1000 dagen zonder ernstige ongevallen.

Wist je trouwens dat Vandemoortele Izegem is uitgeroepen tot een Factory of The Future? Het bedrijf gebruikt digitalisering en technologie om medewerkers meer autonomie te geven. Dankzij die mensgerichte aanpak is Vandemoortele ook gewapend in de ‘war for talent’ in en rond West-Vlaanderen.

Persoonlijke ontwikkeling voorop

Vandemoortele wil een ‘great place to work’ zijn en haar food heroes kansen bieden voor hun ontwikkeling en empowerment. Een boeiende werkomgeving wekt ook een groter vertrouwen tussen medewerkers en leidinggevenden. 

De Vandemoortele Adacemy biedt trainingen, coaching, advies en andere leermogelijkheden aan om medewerkers hun talenten en vaardigheden op peil te houden. Met de bekende Associate Engagement Survey (AES) monitoren en beoordeelt het bedrijf de betrokkenheid en het geluk van haar medewerkers op verschillende niveaus.

Wil je nog meer cijfers en voorbeelden van hoe Vandemoortele inzet op futureproof loopbanen? Raadpleeg het jaarverslag 2021 van Vandemoortele.

Spadel innoveert met een praktische en milieuvriendelijke verpakking

Naamloos-1
Lees het gehele artikel

Waterproducent Spadel investeert 2,6 miljoen euro in de Spa Monopole-fabriek voor de installatie van een nieuwe productielijn. Het natuurlijke mineraalwater is voortaan beschikbaar in een ‘Eco Pack’: een 5 liter-verpakking die bestaat uit een kartonnen doos en een zak met een kraantje. De nieuwe verpakking brengt meerdere voordelen met zich mee: het is recycleerbaar, ecologischer en garandeert uiteraard de kwaliteit van het mineraalwater.

Minder plastic, een lagere voetafdruk en 100% recycleerbaar 

Belgische voedingsbedrijven werken dagelijks aan een duurzaam verpakkingsbeheer. Spadel engageert zich om tegen 2025 enkel plastic flessen te produceren die bestaan uit 100% gerecycleerd en 100% recycleerbaar plastic. En nu lanceert de producent een nieuw type verpakking.

Hiermee vermindert de hoeveelheid plastic met 65% per liter water ten opzichte van een pak van 6 plastic flessen. Deze verpakking zorgt ook voor een lagere ecologische voetafdruk op logistiek vlak, want het Eco Pack is lichter en gemakkelijker om mee te nemen en op te bergen. De koolstofvoetafdruk van deze verpakking ligt bijna 40% lager per liter water dan een krat van 6 glazen statiegeldflessen.

Verder is de Eco Pack-verpakking ook 100% recycleerbaar: na verbruik volstaat het om de soepele plastic zak uit de doos te halen en samen met het andere pmd-afval in de blauwe pmd-zak te gooien, terwijl de kartonnen doos zelf gerecycleerd kan worden.

Koolstofvoetafdruk met 15% gedaald 

Het Eco Pack is niet alleen ecologisch en praktisch, maar garandeert uiteraard ook dat de kwaliteit van het natuurlijke mineraalwater SPA Reine wordt beschermd. Dat was bij het ontwerp van deze nieuwe verpakking een topprioriteit voor Spadel.

“De ambitie om te innoveren zit verankerd in het DNA van Spadel. In een snel veranderende omgeving is het noodzakelijk dat we onze producten voortdurend aanpassen aan de consumptietrends”, benadrukt Marc du Bois, CEO van de groep Spadel.

“Spadel is zich ten volle bewust van de impact van verpakkingen op het milieu en wil een leidende rol spelen om die impact te verminderen. Bovendien kan ik met tevredenheid vaststellen dat onze inspanningen van de voorbije jaren vruchten afwerpen. Want ondanks een volumestijging met 21% sinds 2010 is onze absolute koolstofvoetafdruk over dezelfde periode met 15% gedaald.”

Hoe stressbestendig zijn onze voedingsbedrijven?

Afbeelding1
Lees het gehele artikel

Na de coronacrisis worden voedingsbedrijven in ons land vandaag geconfronteerd met nieuwe pittige uitdagingen. Enerzijds swingen kosten voor onder meer energie, grondstoffen en verpakkingen de pan uit, anderzijds is er het conflict tussen Rusland en Oekraïne dat als een brandversneller werkt. Uit een recente bevraging onder 700 Fevia leden blijkt dat heel wat ondernemingen de nodige productie- en/of logisitieke problemen ondervinden. Hoe kijkt Bart Buysse, CEO van Fevia, naar deze problematiek?

In 2020 hakte de coronapandemie stevig in op de voedingsindustrie. Mede dankzij ons relanceplan en de steunmaatregelen van de overheid herpakte de sector zich in 2021. “Onze voedingsbedrijven konden vorig jaar mooie groeicijfers voorleggen. Met een omzet van 61,4 miljard euro, 1,9 miljard investeringen, 30 miljard euro export en 98.000 jobs bewezen de bedrijven hoe weerbaar ze zijn in tijden van crisis”, bevestigt Buysse. “Toch is er één cijfer dat er jammer genoeg negatief uitspringt, en dat is de rendabiliteit.”

Dalende rendabiliteit als zwaard van Damocles

Al tijdens de pandemie werden Belgische voedingsbedrijven geconfronteerd met grondstoftekorten en bijgevolg stijgende kosten. Ook de kosten voor energie, verpakkingen, transport stegen fors. De voorbije maanden zorgen torenhoge energiefacturen en de oorlog in Oekraïne voor heel wat bijkomende stress in de voedingssector. Buysse licht toe: “De rendabiliteit van onze bedrijven is gedaald tot een historisch dieptepunt van 2,8%. Als ze de sterk gestegen kosten niet kunnen doorrekenen, zal die winstgevendheid nog verder klappen krijgen. In april 2022 organiseerden we onder de leden van Fevia een nieuwe bevraging om dit helder in kaart te brengen.”

Belgische voedingsbedrijven trekken aan alarmbel

“Uit die rondvraag blijkt dat vier op tien voedingsbedrijven de komende weken hun productie zullen verminderen of zelfs helemaal zullen moeten stopzetten”, signaleert Buysse. “Een op tien ondernemingen heeft de productie al naar beneden bijgesteld. Bovendien is bij de helft van hen de bevoorrading verstoord en moeten maar liefst zeven op tien bedrijven de samenstelling van producten aanpassen.” Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties zorgden een wereldwijde verstoring van de toeleveringsketen en slechte oogsten ervoor dat grondstoffen op anderhalf jaar 43% duurder werden. “De oorlog in Oekraïne maakt de markten nog nerveuzer”, zegt Buysse. “Zo steeg de prijs van tarwe sinds het uitbreken van de oorlog met meer dan 50%. Ook dreigen er tekorten aan verschillende andere grondstoffen. Als je weet dat Europese raffinaderijen van plantaardige oliën 35% tot 45% van hun zonnebloemolie uit Oekraïne halen, is het momenteel alle hens aan dek om volwaardige én betaalbare alternatieven te vinden. Ook voor lijnzaadolie, honing en eierproducten dreigen trouwens ernstige tekorten voor Belgische voedingsproducenten.”

Hogere winkelprijzen op komst?

In heel deze problematiek speelt nog een factor die het de voedingsbedrijven extra lastig maakt. Buysse legt uit: “Vele ondernemingen in onze sector kunnen hun stijgende onkosten niet doorrekenen aan hun klanten. Met name grote supermarktketens houden het been stijf als onze bedrijven de nochtans onvermijdelijke prijsstijgingen als gespreksonderwerp aansnijden. Vanuit Fevia vragen we hen niet blind te zijn voor de economische realiteit en hun prijsverhogingen door te rekenen in de prijzen die ze betalen aan de voedingsbedrijven.” Buysse pleit voor een duidelijk regelgevend kader om te garanderen dat contracten en prijzen in crisistijden of bij onvoorziene en grote kostenstijgingen, sneller bijgesteld kunnen worden. “De helft van de voedingsbedrijven zag zijn elektriciteitsfactuur op een jaar tijd minstens verdubbelen. 37% zag zijn gasfactuur zelfs verdrievoudigen. Vanuit Fevia roepen we de overheden op om naast structurele nu ook snel tijdelijke maatregelen te nemen om de energiefactuur van Belgische voedingsbedrijven te temperen, en nu vooral geen extra lasten of verplichtingen te creëren.”

Veerkrachtige sector

Ondanks alle problemen en uitdagingen wil Buysse een hoopvolle boodschap meegeven: “Tijdens de voorbije coronapandemie was de voedingssector een essentiële speler die onze economie mee hielp ondersteunen. Tegelijk toonden onze leden hoe veerkrachtig ze zijn. Ook vandaag zullen onze voedingsbedrijven er alles aan doen om de voedselbevoorrading in ons land te blijven garanderen. Mits de nodige steun en flexibiliteit van alle partners – van overheden tot afnemers – moet dit zeker lukken!”    

Food Forward Event: herbekijk de 8 inspirerende voordrachten

Naamloos-1
Lees het gehele artikel

Het Food Forward Event bracht voedingsprofessionals en de nieuwe generatie food heroes samen om elkaar te inspireren over de voeding van morgen. Niet alleen kon je proeven van de voeding van de toekomst, ook gaven 8 experts uit de sector inspirerende voordrachten over de verschillende aspecten die hierbij komen kijken. Een overzicht.

Smaak is en blijft dé drijfveer voor consumenten

Welke uitdagingen staan ons te wachten om duurzame én tegelijkertijd smaakvolle voeding voor de toekomst te ontwikkelen? Brengt artificiële intelligentie een revolutie teweeg bij sensorische consumententesten van voedingsproducten? Smaak staat centraal in deze Nederlandstalige TED talk van Inge Dirinck, technologisch adviseur bij SENSTECH.

Van werknemers naar werkondernemers

“Geschikte” medewerkers vinden en behouden is vandaag één van de grootste uitdagingen voor voedingsbedrijven. Maar hoe kun je jouw food heroes blijvend motiveren? In een tweetalige voordracht vertellen Karl Boumans, innovation manager bij Flanders’ FOOD en Frank De Craecker, organisatiedeskundige bij Workitects, hoe werk anders of slimmer te organiseren, een arbeidsorganisatie met lerende jobs te creëren en in te zetten op ondersteunende digitale technologieën.

Levenscyclusanalyse: kompas voor objectieve communicatie

Voedingsbedrijven proberen hun ecologische voetafdruk te verkleinen, maar moeten daarbij keuzes maken en kiezen voor duurzame alternatieven. Bovendien moeten alle stakeholders, die steeds meer met een onderneming verbonden zijn, zich vinden achter de gekozen strategie. Herbekijk de Franstalige presentatie van Gaspard Chantrain van de Universiteit Luik.

Eiwitten uit bacteriën zijn het voedsel van de toekomst

Kunnen we op een duurzame manier hoogwaardige eiwitten maken van groene energie en CO2? De Nederlandstalige voordracht van Stijn Boeren van Avecom vertelt hoe bacteriën een oplossing bieden. Power to protein!

Verandert fermentatie onze manier van leven?

Fermentatie is alom aanwezig: van in onze darmen tot in onze leefomgeving. Van het eerste brood dat meer dan 5000 jaar geleden spontaan met gist en bacteriën werd gemaakt tot gefermenteerde voeding en vezels die de darmmicrobiota voeden: niets van dit alles zou mogelijk zijn zonder fermentatie. De Franstalige professor en voedingsexpert Nicolas Guggenbühl licht toe hoe fermentatie ook in de toekomst onze gezondheid bepaalt.

Knelpuntvacatures: op zoek naar een creatieve oplossingen

Laat je eigen talenten doorgroeien via interne doorstroom- en omscholingstrajecten. Hoe trigger je de intrinsieke motivatie bij eigen werknemers? Didier Van Aelst vertelt hoe AB InBev hiermee omgaat.

Nevenstromen: deel van de oplossing in de grondstoffencrisis

Valorisatie van nevenstromen uit de agrovoedingsindustrie kent vele uitdagingen. In deze Nederlandstalige presentatie gaan innovatie managers bij Flanders’ FOOD Marie Demarcke en Ellen Martens dieper in op de lessen uit het verleden en geven ze ook een inkijk in de strategie voor de toekomst.

Waarom je een crisis serieus moet nemen

Tot slot vertellen Olivier Wathelet, doctor in de antropologie en Béatrice Alié van SOGEPA hoe een crisis innovaties met zich meebrengt.

Wordt jouw kmo de nieuwe winnaar van The Foodies?

Naamloos-1
Lees het gehele artikel

De TV-sector heeft de Emmys, de muziekindustrie heeft de Grammys, maar de voedingsindustrie heeft The Foodies. Met dit initiatief zet onze Europese sectorfederatie FoodDrinkEurope kmo’s uit onze sector in de spotlight die excelleren in innovatie en duurzaamheid. Bij de eerste editie gingen twee Belgische kmo’s met de hoofdprijzen aan de haal. Wil jouw bedrijf in de voetsporen treden van Colac en Leopold 7? Dien dan tegen uiterlijk 31 mei je kandidatuur in: het duurt amper vijf minuten!

Waarom meedoen?

De winnaars van The Foodies krijgen zowel Europees als in eigen land een mooie erkenning! De Belgische voedingsindustrie is dan ook een echte kmo-sector met meer dan 95% kleine en middelgrote ondernemingen die dagelijks werken aan de voeding van morgen binnen een duurzaam voedingssysteem. Dat illustreren de vele voorbeelden die je terug vindt op de website van onze duurzaamheidsstrategie. Laten we dus niet te bescheiden zijn en ook aan Europa tonen dat de slogan van food.be niet toevallig “Small country. Great food.” is!

De wedstrijd is bovendien gemaakt op maat van kmo’s: geen omslachtige procedures, maar een eenvoudige aanmelding die amper vijf minuten tijd vraagt. 

3 categorieën waaraan je kan deelnemen

The Foodies telt 3 categorieën waaraan voedingsbedrijven kunnen deelnemen:

  • Healthier Living Award: voor kmo’s die consumenten helpen om gezonder te leven en evenwichtiger te eten. Je kunt deelnemen met een innovatie, een geherformuleerd product, een origineel idee, een gemeenschapsinitiatief of wat dan ook bijdraagt aan gezonder leven.
  • Greener Planet Award: voor een kmo die zich inzet om zijn milieu-impact te verminderen. Dit kan met een innovatie, idee of initiatief voor bijvoorbeeld een lagere CO2-uitstoot, minder water-of energieverbruik, duurzame inkoop of betere recycleerbare verpakking. Kortom: alle mogelijke inspanningen voor een groenere planeet!
  • Next-Gen Innovator Award: voor een jongere of een start-up die innoveert op het gebied van voeding en landbouw en streeft naar veerkrachtigere, duurzamere en veiligere voedselsystemen.

Vervoegt jouw kmo het rijtje, na Colac en Leopold 7?

Vorig jaar vielen sauzenproducent Colac en Brasserie Leopold 7 in de prijzen. Het familiebedrijf Colac vangt regenwater op van hun daken, verzamelt dat in een “zwembad” onder de fabriek en zuivert dat water om het vervolgens in te zetten in de productie. Dankzij die inspanning schopte Colac het tot winnaar van The Foodies, binnen de categorie ‘Greener Planet Award’.

Leopold 7 won de ‘Healthier Living Awards’, omdat ze inspeelt op de toenemende vraag naar producten die passen binnen een evenwichtige levensstijl. Met haar innovatieve zuurbier ‘The Leopold 7 Road Trip’ liet ze zich inspireren door het kombucha proces om een bier te maken met minder suikers en amper 0,3% alcohol, maar dat tegelijk rijk is aan polyfenolen en microflora.

Brexit update: belangrijke mijlpalen 2022

brexit
Lees het gehele artikel

In 2021 werd het VK een derde land en moest je alvast elementaire douaneaangiftes doen voor je export naar het VK. Maar daarmee is de Brexit-kous niet af. Vanaf nu moet je volledige invoeraangiftes doen en moeten geïmporteerde goederen worden geprenotificeerd. Later dit jaar komen daar nog exportcertificaten en veiligheidsverklaringen bij en moet er een VK adres op je etiketten staan. Lees hier welke verplichtingen wanneer ingaan.

Vanaf 1 januari 2022

1. Gewijzigde Britse invoermodellen

De Britse douane hanteert  twee modellen om goederen te controleren aan de grens. Enerzijds is er het ‘temporary storage’-model. Daarbij kan de Britse douane uw goederen tot max. 90 dagen opslaan in een aparte ruimte. Na aangifte vertrekken ze dan richting hun eindbestemming. Op dit invoermodel hebben de nieuwe douaneregels geen impact.

Bij het nieuwe ‘pre-lodgement’-model ligt dat anders. Daarbij is vanaf 1 januari een voorafgaande aanmelding van de goederen vereist. Die ‘pre-notificatie’ moet in orde zijn vóór uw goederen uit de EU vertrekken. Het Britse digitale platform GVMS (Goods Vehicle Movement Service) bundelt dan verschillende referentienummers in één overkoepelend nummer. Het is cruciaal dat uw transporteur over dit nummer beschikt bij het oversteken van de Britse grens. Informatie over GVMS vindt u op de website van de Britse overheidHier vindt u welke Britse havens gebruik zullen maken van dit nieuwe systeem. 

2. Voorafgaande kennisgeving voor dierlijke en plantaardige producten

Exporteert u producten van plantaardige of dierlijke oorsprong, dan moeten ze vanaf 1 januari vooraf aangemeld worden. Het bedrijf dat verantwoordelijk is voor het importeren van de goederen in het VK dient zich te registreren en kan daarna de goederen aanmelden via IPAFFS

3. Uitgestelde douaneaangiftes zijn niet meer mogelijk

In 2021 moest de invoerder aan de overkant van het Kanaal slechts enkele basisgegevens voorleggen aan de Britse douane. De importeur kon de effectieve douaneaangifte onder bepaalde voorwaarden immers tot 6 maanden uitstellen. Deze overgangsregeling loopt echter af: vanaf 1 januari 2022 is een volledig ingevulde Britse invoeraangifte verplicht. Meer informatie vindt u op de website van de Britse overheid

Tot 7 januari 2022: erkenning natuurlijk mineraal water

De overgangsperiode voor de automatische erkenning van Europees natuurlijk mineraal water in Groot-Brittannië loopt ten einde. Wie nog mineraal water wil blijven verzenden, moet een aanvraag indienen tegen 7 januari 2022. Meer informatie vindt u op de website van de Britse overheid

Vanaf 1 juli 2022: exportcertificaten van het FAVV

Vanaf 1 juli 2022 dient u rekening te houden met zowel certificering als fysieke controles voor:

  • alle resterende gereglementeerde dierlijke bijproducten;
  • alle gereglementeerde planten en plantaardige producten;
  • alle vleesproducten;  
  • alle resterende levensmiddelen met een hoog risico die niet van dierlijke oorsprong zijn.

Op 1 september 2022 gaan deze invoereisen in voor alle zuivelproducten.

Vanaf 1 november 2022 geldt dat ook voor alle resterende gereglementeerde producten van dierlijke oorsprong, met inbegrip van samengestelde producten en visproducten.

Meer informatie vindt u op de website van het FAVV of de website van de Britse overheid. Informatie over producten van dierlijke origine vindt u hier. Via deze link komt u meer te weten over producten van plantaardige origine. 

Vanaf 1 juli 2022: ‘safety and security declarations’

Voor elk product dat u binnenbrengt in het VK zijn ‘safety and security declarations’ nodig. Op basis hiervan maken de Britse douaneautoriteiten een risicoanalyse van de goederen. Meer informatie vindt u op de website van de Britse overheid

Vanaf 1 oktober 2022: labels van voorverpakte voeding

Verhandelt u voorverpakte voeding in het VK, dan volstaat het vanaf 1 oktober 2022 niet meer om labels met enkel een EU-adres op uw producten te plaatsen. Op de labels moet dan een naam en adres staan van een verantwoordelijke Britse firma: een Britse invoerder of een Brits filiaal van een Belgische onderneming. Meer informatie vindt u op de website van de Britse overheid.

Vanaf 1 januari 2023: UKCA-markering

De Britse regering heeft de verplichting van de UKCA-markering met een jaar uitgesteld. De oorspronkelijke datum waarop de nieuwe Britse UKCA-markering voor bepaalde producten verplicht werd, was 1 januari 2022. Deze deadline wordt uitgesteld naar 1 januari 2023. Dat wil zeggen dat exporteurs tot dan producten kunnen uitvoeren met de huidige, Europese CE-markering. Bedrijven doen er wel goed aan om na te gaan wat de nieuwe verplichtingen voor de UKCA-markering zijn en al de nodige voorbereidingen te nemen. Meer informatie vindt u op de website van de Britse overheid

Bovenstaande info is aangeleverd door Flanders’ Investment & Trade.

Greenyard schakelt over naar elektrisch wagenpark

pexels-mark-stebnicki-2749165
Lees het gehele artikel

Diepvriesgroenten- en fruitproducent Greenyard vervangt meer dan 500 bedrijfswagens door volledig elektrische modellen. Daarmee zetten ze een belangrijke stap in het verkleinen van hun CO2-voetafdruk, een belangrijk onderdeel van Greenyard’s duurzaamheidsplan. Naast andere ambitieuze duurzaamheidsdoelstellingen, wil Greenyard haar koolstofvoetafdruk tegen 2025* met 50% te verminderen en tegen uiterlijk 2050 CO2-neutraal te zijn.

©Greenyard

CO2-voetafdruk verder verlagen

Greenyard is een globale marktleiders in verse, vriesverse en bereide groenten en fruit. Het bedrijf bevindt zich duidelijk in het hart van de overgang naar duurzamere voedingswaardeketens en gezonde, plantaardige voedingspatronen. Door nu al over te stappen op een volledig elektrisch bedrijfswagenpark, neemt Greenyard haar verantwoordelijkheid door haar eigen CO2-voetafdruk verder te verlagen. Ruim 500 voertuigen worden overgeschakeld op volledig elektrische modellen.

Meer dan 300 oplaadpunten

“We nemen het voortouw in deze positieve evolutie, en we doen dat samen met onze medewerkers. Om een soepele overgang van het huidige wagenpark naar een volledig elektrisch wagenpark te garanderen, investeren wij in de nodige infrastructuur. Om een breed scala aan voertuigen aan te kunnen bieden, werken we samen met een uitgebreid netwerk van autoleveranciers. Zo zullen we op onze locaties oplaadpunten voor auto’s installeren, waardoor we de komende jaren over meer dan 300 oplaadpunten zullen beschikken”, zegt Hein Deprez, co-CEO van Greenyard. België, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland worden de eerste landen waar Greenyard 100% elektrisch rijdt.

* In vergelijking met 2019

Onze Belgische chocolade verduurzaamt

chocolade_in_belgische_driekleur_crop_edited_edited_en_compressed_0
Lees het gehele artikel

Belgische chocolade staat in binnen- en buitenland bekend als een hoogstaand kwaliteitsproduct. Maar naast kwaliteit verwachten consumenten dat het product verder verduurzaamt. Daarom zette Choprabisco, de beroepsvereniging van de Belgische chocoladesector, samen met meer dan 60 andere organisaties, haar schouders onder het Beyond Chocolate initiatief voor de verduurzaming van de Belgische chocoladesector. Een blik op de vooruitgang met Guy Gallet, secretaris-generaal van Choprabisco.

Wat zijn de ambities?

“Beyond Chocolate heeft twee ambities”, vertelt Guy Gallet. “De eerste is dat tegen 2025 alle chocolade die geproduceerd en/of verhandeld is in België voldoet aan één van de relevante certificeringsstandaarden (FairTrade, Rainforest Alliance, Biologisch) en/of geproduceerd is met cacaoproducten van bedrijfseigen duurzaamheidsprogramma’s.

Tegen 2025 moeten ook de afspraken worden gerespecteerd tussen de twee belangrijkste cacaoproducerende landen (Ivoorkust en Ghana) en het bedrijfsleven om ontbossing tegen te gaan (Cocoa & Forests Initiative).

Voor de tweede ambitie zetten de partners zich in zodat tegen 2030 cacaoproducenten minimaal een leefbaar inkomen verdienen. En dat verdere ontbossing als gevolg van cacaoproductie voor de Belgische chocoladesector gestopt wordt.”

Hoever staan we vandaag?

Guy Gallet licht de vooruitgang toe: “het Beyond Chocolate secretariaat berekende dat in 2020 57% (ten opzichte van 50% in 2019) van de chocolade die in België geproduceerd wordt duurzaam was volgens een certificeringsstandaard of bedrijfseigen duurzaamheidsprogramma. De groeiende marktvraag naar duurzame producten lijkt deze trend verder te ondersteunen.

Een andere vooruitgang zien we op het niveau van traceerbaarheid. In 2020 was de cacao die gebruikt wordt voor de productie van Belgische chocolade voor 42% traceerbaar is tot op het niveau van de cacaoboer. Terwijl dat in 2019 nog maar 14% was.”

Pilootprojecten voor een leefbaar inkomen

De Belgische ontwikkelingssamenwerking maakte een financieringsfonds van 2 miljoen euro vrij om investeringen uit de privésector in duurzame cacaoketens te stimuleren. “8 duurzaamheidsprojecten zijn opgestart in Ivoorkust, Ghana en de Democratische Republiek Congo.

Via deze projecten investeren we meer dan 6 miljoen euro in innovatieve modellen en duurzaamheid. Bovendien steunen we meer dan 12.000 cacaoboeren voor een leefbaar inkomen. Succesvolle modellen krijgen de komende jaren een opschaling, om zo meer cacaoboeren te bereiken”, aldus Guy.

Samen bereiken we meer

Het Beyond Chocolate partnership werd eind 2018 gelanceerd door de toenmalige Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Alexander De Croo.

“Het unieke en innovatieve aan dit initiatief is dat het meer dan 60 partnerorganisaties samenbrengt die verschillende stakeholders vertegenwoordigen: chocoladebedrijven, retailers, overheid, NGO’s, vakbonden, social impact investeerders, certificatie instellingen, kennisinstellingen… Want dankzij samenwerking bereiken we meer dan ieder op zich”, sluit Guy af. 

Meer info over Beyond Chocolate vind je hier

Milcobel steunt lokale boeren via CO2-compensatie

Lees het gehele artikel

Zuivelcoöperatie Milcobel sluit als eerste Belgische onderneming aan bij startup Claire en gaat voortaan ook een deel CO2-uitstoot lokaal compenseren via Belgische duurzame landbouwprojecten. Claire staat voor ‘Clean air’ en gaat voor lokaal klimaatneutraal. De startup brengt bedrijven die hun CO2-uitstoot willen compenseren samen met partijen die CO2-uitstoot willen reduceren, vermijden of zelfs opslaan.

Recent lanceerde Milcobel de CO2-neutrale Brugge Kaas, een primeur op de Benelux kaasmarkt. Om dat te realiseren berekende Milcobel van “cradle to gate” de carbon footprint van haar kaas, bracht ze mogelijke CO2-reducties in kaart en compenseerde de resterende CO2-uitstoot. Die compensatie gebeurde initieel via een windmolenproject in het buitenland. Nu voegt Milcobel daar dus ook lokale projecten aan toe.

CO2-compensatie via lokale projecten

Nils van Dam, CEO van Milcobel, licht het als volgt toe: “Tijdens ons traject van CO2-neutrale Brugge Kaas onderzochten we reeds de mogelijkheden om een deel van de CO2 via lokale projecten te compenseren. De reden is duidelijk: lokale compensatie heeft een hogere maatschappelijke waarde voor onze coöperatie, omdat onze leden ook een extra vergoeding kunnen ontvangen voor hun inspanningen. Tot recent waren er geen lokale aanbieders van CO2-compensatieprojecten met die lokale meerwaarde, die het bovendien ook aantrekkelijk maken voor onze boeren.”

Carbon credits

“Intussen ontwikkelde de jonge startup Claire een heel interessant model rond lokale carbon credits”, gaat Nils verder. “Het is simpel, transparant en voor ons het belangrijkste: onze melkveehouders kunnen zelf ook maatregelen nemen rond CO2-reductie en ontvangen hiervoor een extra vergoeding.”

Een recente studie van de KU Leuven toonde aan dat de Vlaamse melkveehouders de voorbije 20 jaar een CO2-reductie van 30% per liter melk realiseerden. Bijkomend kunnen melkveehouders via carbon farming 5% CO2 extra per liter melk in de bodem opslaan. Concrete maatregelen die melkveehouders kunnen nemen zijn bijvoorbeeld gebruik van groenbedekkers, gebruik van grasklaver of luzerne, het inbrengen van compost of stalmest en het aanplanten van houtkanten.

Clean air met Claire

Nils van Dam: “We geloven heel sterk in het concept van een lokale CO2 marktplaats, waar Belgische bedrijven hun CO2-uitstoot kunnen compenseren via duurzaamheidsinitiatieven bij lokale landbouwers. Daarom willen we Claire ook steunen. Op die manier zetten we hier een ecosysteem op en wordt de cirkel gesloten. Carbon farming kan voor lokale landbouwers/melkveehouders voor een stukje een alternatief verdienmodel zijn. Zij krijgen een compensatie voor hun duurzaamheidsinspanningen. Daarnaast kunnen lokale bedrijven die versneld richting CO2-neutraliteit willen evolueren, dit dankzij een lokaal project doen. Zo verduurzamen we samen.”